16-08-2024

BERICHTEN VAN HET BLAUWE HUIS

 "Waar is Wanda Meening gebleven?" 

Het villadorp waar het Blauwe Huis heeft gestaan, ligt in de groene zone ten oosten van de Randstad. Het beschikt over bochtige lanen en in de zomer zijn dat schaduwrijke tunnels van groen. De villa met de diepblauw geglazuurde pannen, omstreeks 1900 gebouwd, rees toen toverachtig omhoog tussen de dicht gegroepeerde bomen van de uitgestrekte tuin. Eens woonde er de familie Lunius met de dochters Felicia en Nina. Het koetshuis komt in handen van Diederik Meening en zijn vrouw Wanda; een ander deel van het perceel wordt verkocht aan Otto Munt die er een bungalow laat bouwen, terwijl zijn echtgenote Nora aan de slag gaat met een bloementuin. 

Al deze mensen ontmoeten elkaar in mei 1984, als Felicia en Nina voor een paar maanden terugkeren naar het dorp van hun jeugd. Allen zullen gadegeslagen worden, becommentarieerd, beoordeeld door een koor van anonieme stemmen van dorpsbewoners, dat zich na verloop van tijd meermaals afvraagt: "Waarom zien we Wanda Meening niet meer?" Want al spoedig blijkt dat er tussen de bewoners van het Blauwe Huis en omstreken lijntjes lopen. Zo kennen sommigen elkaar al van hun vroegste jeugd.

De zussen, als eigenaressen van het Huis, spelen een sleutelrol. Wie zijn ze eigenlijk? Felicia is de ingetogen, voorname vrouw van een inmiddels overleden diplomaat. Ze heeft met hem over de hele wereld gereisd, maar echt gelukkig was ze nooit. Nina is in alles haar tegenpool. Extravert, avontuurlijk, lid van een Argentijnse zang - en dansgroep, bewonderaarster van de Dwaze Moeders, tegenstander van Videla, gevangen gezeten en gemarteld. Financieel zit ze aan de grond. Het zal u dus niet verbazen dat beide zussen steeds slechter met elkaar overweg kunnen. 

Wanda zoekt naar een doel in haar leven, zou persfotograaf willen worden, en verdiept zich in die opstandige jaren van Nina. Die is daar absoluut niet van gediend. Omdat Wanda uitermate ongelukkig getrouwd is, wil ze scheiden. Ze stapt in een onbekende auto en verdwijnt. De dorpsgemeenschap begrijpt niets, weet niets, roddelt veel. U, als geroutineerd lezer, heeft hele sterke vermoedens.

Het Blauwe Huis is inmiddels afgebroken, alleen de herinneringen blijven, en somberheid is dus troef. Allemaal ongelukkige mensen in deze roman, ondanks de fraaie huizen en de schitterende omgeving. Het is niet alles wat het lijkt, ook hier kan de schone schijn de rauwe werkelijkheid niet verhullen.

Technisch gezien is dit een knap opgebouwde roman met slimme verwijzingen, een dubbel vertelperspectief en raadsels die om een oplossing vragen. Maar het moet me van het hart dat de hoofdpersonen zo weinig ziel vertonen, zo clichématig zijn, slechts zelden empathie oproepen. In de toenmalige kritiek werd geopperd dat Hella Haasse, toen 68 jaar, wellicht moeite begon te krijgen om zich echt in haar figuren in te leven. Laten we toch vooral niet vergeten dat ze ons een hele reeks prachtige boeken geschonken heeft.

Hella S. Haasse, Berichten van het Blauwe Huis. Querido, Amsterdam, eerste druk 1986, tiende druk 1993. 161 blz.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten