15-11-2018

KORT VERHAAL(1)

Aangezien Gerrit wel wat ijdel is, maar dat voor zijn omgeving niet wil weten, sluit hij zich eenmaal per dag in de badkamer op om zichzelf te bekijken. Hij dempt dan het licht, gaat op enige afstand van de spiegel staan en monstert met enig welgevallen zijn spiegelbeeld. Een halfjaar geleden zag hij toch wat vreemds toen hij zijn charmante, brede lach uitprobeerde. Het leek wel of één tand in zijn bovengebit scheef stond. Ach, gezichtsbedrog, vermoedde hij. Toen hij de proef een maandje later herhaalde, moest hij toch dezelfde conclusie trekken: scheef. Gerrit raadpleegde zijn vrouw, die het met hem eens was en zelfs meldde dat ze het al veel eerder gezien had, maar hem niet ongerust had willen maken.

De tandarts had aan één blik voldoende. "Uw tanden lopen", gaf hij toe. "Als u er wat aan wil doen, moet u naar de orthodontist voor een beugel."
"Dat is toch alleen wat voor jongere kinderen?" vroeg Gerrit, die met enige ontsteltenis aan al die vreemd gevormde buitenbeugels dacht die hij vroeger twaalfjarigen had zien dragen. Zijn tandarts en later de beugelmevrouw stelden hem gerust. Zij had ook bejaarden (zover was Gerrit nog niet) geholpen en de beugel zou weliswaar een jaar lang zichtbaar blijven als hij glimlachte, maar ja, daar kreeg hij ook een glanzende rechte lijn boventanden voor terug. Nee, gratis was het niet.

Iedereen aan wie Gerrit vertelt dat hij binnenkort aan de beugel moet, reageert hetzelfde. Mannen grijpen hem bij zijn bovenarm, vrouwen kijken hem van dichtbij indringend aan, en allemaal zeggen ze hetzelfde: "Nu nog?"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten